Tijdens een hevige storm bevinden de broers Jack en Matty zich op het landelijke deel van Schotland. Omdat Jack gewond is, zoeken ze hulp bij een boerderij. Daar ontmoeten ze Mama, de vrouw des huizes, en haar dochter en haar gehandicapte vader. Aanvankelijk zijn ze hartelijk en helpt de vrouw de gewonde man, maar de situatie neemt een donkere wending als Jack weer op krachten komt.
Vijf schoolvrienden gaan op vakantie in een afgelegen vakantiehuisje in de bergen. Plotseling blijkt een van hen besmet met een vreemd virus. Naarmate het virus zich onder de vrienden verspreid, en ze steeds zieker worden, komt hun ware aard naar boven.
Wegens het overlijden van zijn vader keert oorlogsfotograaf Paul Prior terug vanuit Europa naar het plaatsje in Nieuw-Zeeland waar zijn familie woont. Hij besluit zijn broer te helpen met het verkopen van hun vaders' huis. Wanneer hij het huis na al die jaren betreedt vindt hij ook weer het geheime buitenkamertje waar zijn vader zich terugtrok en schreef. Het blijkt dat een jong meisje het huisje af en toe gebruikt om te schrijven. Na haar aanvankelijk weg te sturen, komt hij hier later op terug, wanneer hij een functie vervult in de plaatselijke school en haar passie voor schrijven ontdekt.
Christine neemt haar beste vriendin mee met een ander stel voor een laatste vakantie wanneer ze het jachthuis van haar familie in de afgelegen bossen van Noord-Georgia gaat sluiten en verkopen... maar het is ook het toneel van haar ergste jeugdtrauma. Het wordt nog erger als blijkt dat de lodge door een ex-militaire sluipschutter, Farragut en zijn drie handlangers, de gebroeders Loomis, wordt gebruikt als schuilplaats die net is ontsnapt uit een militaire gevangenis.
Dud is a deadbeat but charming ex-surfer who joins a fraternal order hoping to reclaim the simple, happy lifestyle he lost when his father died. Through the Lodge and his newfound connection with the other members, Dud will come to find the missing sense of purpose in his life and confront his deepest fears and greatest hopes.
