Hoe slaagde nazi-Duitsland er, dankzij beperkte natuurlijke hulpbronnen, massale werkloosheid, weinig geld en een beschadigde industrie, in om de cataclysme van de Tweede Wereldoorlog te ontvouwen en een groot deel van het Europese continent te bezetten? Gebaseerd op recent historisch werk van en interviews met Adam Tooze, Richard Overy, Frank Bajohr en Marie-Bénédicte Vincent, en puttend uit zeldzaam archiefmateriaal.
Onmiddellijk na het begin van de Duitse aanval in 1941 besloot Sovjetheerser Stalin enkele duizenden industriële bedrijven die belangrijk waren voor de oorlogsinspanning ver weg van het front naar het binnenland te verplaatsen: munitie- en wapenfabrieken werden volledig ontmanteld, op goederentreinen en herbouwd waar ze niet bereikbaar waren voor de Wehrmacht, zelfs niet voor de Duitse luchtmacht. Op deze manier was het mogelijk om tanks en vliegtuigen in massa te produceren en uiteindelijk het Rode Leger een beslissend logistiek voordeel te geven.
