Er worden vier toppredatoren vergeleken, elke kampioen in een bepaald type omgeving, met belangrijke aanpassingen. Op de grond is de cheetah sneller dan prooien (benaderd in meesterlijke stealth) en vijanden. In de lucht is de slechtvalk een vlieg- en duikmachine. In zoet water overleeft de Nijlkrokodil sinds het Dino-tijdperk, zonder natuurlijke vijanden, met verschillende verbazingwekkende stofwisselingsstunts. Hij schuilt onder water, snauwt blindelings naar migrerende gnoes en wacht dan ondergronds. In de oceanen migreert de al even oude haai, met name de grote witte haai, per seizoen om overvloedige prooien te vinden, zoals jonge zeehonden in Zuid-Afrika.